Bosbessen

Bosbes of blauwe bes?

De bosbessen die in Europa geteeld worden, zijn Amerikaanse bosbessen.
In Noord Amerika groeien ze ook in het wild. Ze zijn nauw verwant aan de Europese bosbes, maar de vruchten zijn groter en steviger. Ze hebben meer smaak en zijn beter te bewaren.
Aan beide soorten worden van oudsher allerlei gezondheidseffecten
toegeschreven. Ze bevatten veel anti-oxidanten.

De Engelse naam voor bosbessen is blueberries. Dat is vertaald als blauwe bessen. Blauwe bessen zijn geen familie van rode en zwarte bessen. Ze horen bij de bosbes familie (Vaccinium). Men noemt ze ook wel gecultiveerde bosbessen.
De officiële Nederlandse naam is Trosbosbes, omdat de vruchten in trosjes groeien.

Net als bij appels, zijn er bij blauwe bessen honderden verschillende rassen. De rassen hebben verschillende rijpingstijden, waardoor er de hele zomer rijpe bessen zijn. Ook zijn er duidelijke smaakverschillen.

Gezondheid

Bosbessen / blauwe bessen bevatten diverse vitaminen en mineralen. Daarnaast bevatten ze erg veel anti-oxidanten: polyfenolen, waaronder flavonoïden, anthocyanen en catechine. Deze zitten vooral in de blauwe en paarse kleur.

Blauwe bessen zijn ook een bron van vitamine K, die helpt bij bloedstolling, botopbouw en gezonde bloedvaten. 

Daarnaast zijn blauwe bessen een goede bron van voedingsvezels.
Voedingsvezels dragen bij aan een gezonde darmwerking.

Verse en ingevroren bessen bevatten al die gezonde stoffen. Maar ook bij de verwerking in sap, saus, ijs of gebak blijft een relatief groot deel van de anti-oxidanten behouden.
Amerikaans onderzoek duidt erop dat er ca 50% meer anti-oxidanten in biologisch geteelde blauwe bessen zitten dan in gangbare.

Er komt steeds meer wetenschappelijk bewijs voor de vele goede eigenschappen van blauwe bessen.
Zie bijvoorbeeld ’10 voordelen van blauwe bessen’ op deze Nederlandse website